Column
EconoVision schrijft regelmatig een column
Zuid Soedan, een nieuw begin
Foto’s in de media toonden een ontspannen ogende Salva Kiir, president van de nieuwe Afrikaanse staat Zuid-Soedan, te midden van zijn feestvierende landgenoten op zaterdag 9 juli tijdens de onafhankelijkheidsceremonie in de hoofdstad Juba. Dit vrolijke beeld contrasteerde sterk met wat zich hier voor mijn ogen afspeelde op 6 augustus 2005. Op die dag werd in hetzelfde Juba John Garang begraven nadat deze was omgekomen bij een helikopterongeluk.
Garang, de briljante en charismatische leider van de zuidelijke bevrijdingsbeweging SPLM, was de architect van het alomvattende vredesakkoord met de centrale regering in het noordelijke Khartoem dat in januari 2005 werd ondertekend. De verslagenheid over zijn dood, acht maanden later, was dan ook groot. Het was niet goed denkbaar dat zonder Garang het Zuiden in staat zou zijn om het Noorden voldoende tegenspel te bieden bij de uitvoering van het politiek complexe vredesakkoord. Dit akkoord bevatte immers nog tal van losse eindjes (verdeling van de olie-inkomsten, definitieve grenzen etc).
Garang was de grote voorvechter van een nieuw en verenigd Soedan volgens het ‘one country, two systems’ model. Met zijn dood werd ook deze gedachte ten grave gedragen. Salva Kiir, Garang’s opvolger als vice-president van Soedan en president van het autonome Zuid-Soedan, voelde de stemming onder de zuidelijke bevolking beter aan. Hij besefte dat er voor het idee van een verenigd Soedan onder de zuiderlingen weinig enthousiasme bestond. De verbittering over decennia van noordelijke onderdrukking was daar voor te groot. Bovendien bleken de noorderlingen in de praktijk niet bereid om de zuiderlingen echte invloed te geven op het centrale bestuur van het land. Het wantrouwen tussen beide partijen werd dus nooit overwonnen.
Inmiddels is men zes jaar verder. Het uitroepen van de Republiek van Zuid-Soedan en het daaraan voorafgaande referendum in het Zuiden zijn betrekkelijk soepel verlopen. Wat velen hadden gevreesd is niet gebeurd: het Noorden heeft zich niet gewapenderhand verzet tegen Zuidelijke onafhankelijkheid. Weinigen zullen tijdens de begrafenis van John Garang hebben bevroed dat de onafhankelijke staat Zuid-Soedan zo snel en zonder al te grote strubbelingen werkelijkheid zou worden.
De blijdschap over de onafhankelijkheid wordt echter getemperd door het besef dat Zuid-Soedan een van de armste en minst ontwikkelde landen ter wereld is. Het scoort slecht op de meeste sociale indicatoren (meer dan 70% van de bevolking is analfabeet, 10% van de kinderen sterft voor het vijfde levensjaar, ruim 80% van de bevolking woont in hutten). De bestuurlijke capaciteit is gering en de infrastructuur nauwelijks ontwikkeld. Het land is voor zijn inkomsten vrijwel volledig afhankelijk van de olieproductie. Bovendien zijn de verwachtingen van de duurzaamheid van het olie-inkomen niet erg hoog. De bestaande olievelden raken geleidelijk uitgeput en nieuwe olievondsten doen zich nog niet voor. Zuid-Soedan is bovendien een tribale samenleving waarin de twee voornaamste stammen, de Nuer en de Dinka, elkaar al eeuwen lang naar het leven staan. Grote aantallen zuiderlingen worden in leven gehouden met humanitaire hulp.
Toch is er voldoende potentieel voor een economisch levensvatbaar land. De natuurlijke omstandigheden bieden grote mogelijkheden voor de ontwikkeling van een op export gerichte landbouw. Mechanisatie en ontwikkeling van de transportinfrastructuur zijn hiervoor wel noodzakelijke voorwaarden. Mijnbouw, houtkap en toerisme (wildlife) zijn ook veelbelovende sectoren. Om dit potentieel te kunnen ontsluiten zal Zuid-Soedan nog jarenlang afhankelijk zijn van de internationale donorgemeenschap. Tegelijkertijd zijn er grote kansen voor het internationale bedrijfsleven om aan deze ontwikkeling bij te dragen.
Voorwaarde voor een succesvolle ontwikkeling van Zuid-Soedan’s economische hulpbronnen is politieke stabiliteit. Dit laatste is geen gegeven in dit land. Zowel intern als aan de grens met (Noord)Sudan doet zich geregeld militair geweld voor. De politieke alleenheerschappij van de SPLM kan op den duur leiden tot verergering van de bestaande tribale spanningen. Met (Noord) Soedan zal nog lang moeten worden onderhandeld over de afbakening van de grenzen en de verdeling van de olie-inkomsten. Daarnaast heeft de geboorte van de staat Zuid-Soedan gezorgd voor een nieuwe Nijlstaat en daarmee voor een mogelijke verzetting van de bakens in de Nijlwaterproblematiek. Egypte en (Noord)Soedan, als de meest begunstigden onder de twee Nijlwaterverdragen uit de koloniale tijd, vragen zich bezorgd af aan welke kant Zuid-Soedan zich zal opstellen in de discussie met de stroomopwaarts gelegen landen die al jarenlang een groter aandeel in het Nijlwater opeisen.
De internationale gemeenschap is Zuid-Soedan in ieder geval goedgezind en zal er ongetwijfeld alles aan doen om de boedelverdeling tussen beide Soedan vreedzaam te doen verlopen. De economische problematiek in beide Soedans is vergelijkbaar en dat geldt ook voor de kansen die er zijn. Daarnaast is er voorlopig nog een grote mate van onderlinge economische afhankelijkheid via de oliewinning (winning in het Zuiden en export via het Noorden). Het is duidelijk dat gezamenlijk optrekken, politiek en economisch, voor beide Soedans de meest gunstige optie is.
Archief
- Bezuinigen is een kunstlees column
- Zuid Soedan, een nieuw beginlees column